Een zon verdoken achter sluierwolken, niet weg te blazen door een nog gure noordoostenwind, leeggelaten marktplaatsen, op de kiosk een orkest dat niet op toerental komt,… wat kunnen we toch kniezen.

Bekijk het even anders.  Flanerende marktbezoekers, de eerste schuchtere blote buikjes, een kleurenpracht van bloemen, toch sporadisch een zonnestraal, alle stoeltjes voor de kiosk bezet, dit is voor positivisten meer dan voldoende om tevreden te zijn. Muzikaal behang hoeft niet altijd ravissant te zijn, soms volstaat een gewoon doordeweeks bloemetjespapier.

En dan komt de fanfare “De Vrije Kunstkring” uit Brakel toch los, als een renpaard waar de doppen uit de oren zijn getrokken.

Vergeten de trage Abba’s, de slenterende Phil Collinsen, tijd voor een spetterende Copacabana, snelle nummers uit “Grease” met een eenzaam schitterend trompetje, en zowaar heupwiegende toehoorders.

De Kouter zoals elke zondagmorgen. Wie geen bloemen en planten kijkt of koopt, doodt de voormiddagse tijdspanne in afwachting van het aperitief en geniet met open ogen en oren.

En wanneer “Klokke Roeland” als sluitstuk weerklinkt staan oude stramme Gentenaars eerbiedig recht en zingen mompelend mee. Gent, hun stad, meer stad.