Occasionele inkomsten

Occasionele inkomsten zijn inkomsten die je ontvangt naast de inkomsten uit je beroepsactiviteiten. De activiteit waarvoor je de vergoeding krijgt mag dus zeker geen beroepsactiviteit zijn. 

Wees voorzichtig! De lijn tussen occasionele activiteit en beroepsactiviteit is immers heel dun. 

De fiscus en de administratie zullen uiteindelijk hierover oordelen. Daarbij hanteren ze criteria, zoals de omvang van de activiteit, uitzonderlijk of regelmatig, de bedoeling om een inkomen te verwerven, de organisatie die ermee gepaard gaat, de investering, het verband met je beroepsactiviteit, … 

Gaat het werkelijk over een beperkte, eenmalige opdracht die geen verband houdt met je beroepsactiviteit? Dan kan je hier zeker gebruik van maken. 

• Denk bijvoorbeeld aan een leraar die in zijn vrije tijd muziek schrijft en uitzonderlijk een compositieopdracht aanneemt.
• Je mag occasionele inkomsten combineren met beroepsinkomsten en andere vergoedingen, maar niet voor dezelfde activiteit.  
• Ontvang je een uitkering? Neem vooraf contact op met de RVA om te vragen of je de activiteit mag combineren met je uitkering.

• Als artiest bezorg je je opdrachtgever een ontvangstbewijs of nota voor hun boekhouding. 
• Voor bedragen boven de 250 euro moet de opdrachtgever een fiscale fiche 281.50 opmaken voor de artiest. 

Hoe doe je aangifte van occasionele inkomsten? Dat lees je in deze brochure van Cultuurloket (vanaf p. 18).

• Je betaalt geen sociale bijdragen en bouwt hiermee dus geen rechten op.
• Je betaalt wel belastingen op occasionele inkomsten.